De Canadese journaliste die op 12 oktober in de Afghaanse hoofdstad Kabul werd ontvoerd is zaterdag vrijgelaten. Het gaat om Melissa Fung die voor de Canadese zender CBC werkzaam is. Ze werd vastgehouden in een grot.
Er zijn berichten dat haar ontvoering geheim werd gehouden. Daarmee wilde men haar veiligheid niet in gevaar brengen.
In de media circuleren berichten dat de ontvoering van Fung geheim werd gehouden. CBC zou hebben gevraagd om er geen ruchtbaarheid aan te geven.
Maar Afghaanse media maakten op 13 oktober melding van de kidnapping. Het nieuwsagentschap Quqnoos meldde: “A foreign woman has been kidnapped in the capital Kabul, the Interior Ministry says."
Verder werd haar vermoedelijke nationaliteit bekendgemaakt: "The woman, who is thought to be a Canadian journalist, was dragged from her car in the Qargha district of the capital on Sunday, ministry spokesman Zalmay Bashari said.”
Het ministerie van Binnenlandse Zaken maakte dus haar ontvoering bekend. Later zal er verder geen ruchtbaarheid aan gegeven zijn.
Ook werd door het agentschap Bakhtar bekendgemaakt voor welke omroep ze werkte: “Canadian women who work in the CBC Television of that country in Kabul kidnapped by the 3 armed men from Charahi Qamber area of Kabul on Sunday.”
Dus zo geheim was haar ontvoering helemaal niet, zoals de Telegraaf schrijft: ""Het slachtoffer, de journaliste Melissa Fung, werkt voor de publieke omroep CBC en werd 12 oktober in Kabul ontvoerd. De autoriteiten en haar werkgever hielden dit geheim omdat dat haar vrijlating zou dienen."
De Canadese premier Stephen Harper bevestigde haar vrijlating. Hij zei dat er geen losgeld voor Melissa was betaald.
De 35-jarige verslaggeefster werd vastgehouden in een grot. De laatste week van haar gijzelname bracht ze door met haar handen en voeten in de boeien in de provincie Maidan Wardak, ten zuiden van de hoofdstad.
Ze werd door gewapende mannen ontvoerd toen ze een vluchtelingenkamp bij Kabul bezocht en meegevoerd de bergen in ten westen van Kabul, aldus CBC.
Melissa werkte aan een artikel over vluchtelingen in het stadsdeel Qargha in het westelijke deel van Kabul.
Stephen Harper bedankte president Hamid Karzai en zijn regering voor hun hulp bij de oplossing van de zaak.
Stamoudsten hebben geholpen bij de bemiddeling om Fung vrij te krijgen. De Canadese ambassadeur in Afghanistan, Omar Samad, zei: “Dit is een grote opluchting voor Canadezen en Afghanen.”
De Afghaanse inlichtingendienst vertelde ook dat er geen losgeld was betaald, maar deelde niet mee of haar gijzelnemers criminelen waren of de Taliban.
De Taliban laten weten dat ze niets te maken hebben gehad met de gijzeling.
De inlichtingendienst zegt dat bij de actie drie mannen werden gearresteerd, maar dat een van de leiders naar het buitenland was gevlucht.
Vorige maand werd er in Afghaanse media wel gemeld dat er een journalist was ontvoerd, maar dat kwam daarna inderdaad niet meer in de publiciteit. Het lijkt op die manier niet bekend of er nog meer journalisten of hulpverleners vastzitten.
Er werd ook niet gemeld of er misschien gevangenen waren vrijgelaten in ruil voor de Canadese.
Vrijdag werd de Nederlandse journaliste Joanie de Rijcke vrijgelaten die voor het Belgische blad P-magazine werkt. Zewerd vorige week zaterdag ontvoerd toen ze op zoek was naar de militanten die in augustus een Franse patrouille hadden aangevallen.
Ook haar gijzelname werd niet in de publiciteit gebracht, zo melden verschillende media. Maar de ontvoering van Melissa Fung werd nota bene door de Afghaanse regering zelf bekendgemaakt.
Zie ook
Nederlandse journaliste Joanie de Rijcke weer vrij in Afghanistan
zondag 9 november 2008
vrijdag 7 november 2008
Nederlandse journaliste Joanie de Rijcke weer vrij in Afghanistan
De Nederlandse verslaggeefster Joanie de Rijcke (43) die zaterdag door de “Taliban” werd ontvoerd is weer veilig en wel vrijgelaten. Haar gijzelname werd om veiligheidsredenen geheim gehouden. Ze was op zoek naar de Taliban die een aanval hadden uitgevoerd op Franse troepen.
De journaliste, die voor het Belgische blad P-magazine reportages vanuit Afghanistan maakte, werd vrijdag in vrijheid gesteld door haar ontvoerders.
Günther van Hassel, de hoofdredacteur van P-magazine, zei in een reactie: “Het gaat goed met haar. Er zijn nog maar weinig dagen zo mooi begonnen als vandaag.”
De Rijcke was al vier weken in het Aziatische land en wilde een reportage maken over de Franse militairen die in augustus in een hinderlaag sneuvelden in het district Surobi bij de hoofdstad Kabul.
Ze was daarvoor met haar tolk op zoek naar de “leider van de bende die in augustus tien Franse militairen doodde in een hinderlaag”, aldus P-magazine.
De verslaggeefster belde zelf het blad om te zeggen dat ze in gijzeling was genomen. P-magazine schakelde daarna de regering van Nederland en België in.
De Rijcke heeft de Nederlandse nationaliteit maar woont en werkt al geruime tijd in België. Volgens het blad werd besloten om het initiatief bij Nederland te leggen vanwege haar nationaliteit.
Het zou niet duidelijk zijn door wie Joanie werd ontvoerd. Volgens de redactie van het blad “is het niet uit te sluiten dat de journaliste ontvoerd is door de groepering die ze wou bezoeken en interviewen”.
Michaël Lescroart, de redactiechef van het blad, heeft de hele tijd alle gesprekken gevoerd.
Na twee dagen was de tolk van de verslaggeefster weg. Hij zou volgens van Hassel zijn vrijgelaten of gevlucht.
De tolk kwam in elk geval boven water in Kabul en het is mogelijk dat hij daar “bruikbare informatie” heeft kunnen doorgeven, aldus van Hassel.
Het blad en de autoriteiten kozen ervoor om de ontvoering geheim te houden. Men wilde voorkomen dat de leiders van de Taliban er lucht van zouden krijgen in Pakistan en haar misschien wilden laten executeren.
De internationale pers in de Afghaanse hoofdstad was van de gijzeling op de hoogte, maar hield de kaken stijf op elkaar om haar veiligheid niet verder in gevaar te brengen.
Na haar vrijlating ging De Rijcke naar een ziekenhuis van de ISAF-veiligheidsmacht voor een medische controle. Daarna vertrok ze naar de Nederlandse ambassade in Kabul. Dit weekeind gaat ze terug naar België.
Het is niet duidelijk of er losgeld is betaald of dat er gevangenen zijn vrijgelaten voor De Rijcke. Ontvoeringen in Afghanistan kunnen worden uitgevoerd door de Taliban, om regeringen onder druk te zetten of om gevangen medestanders los te krijgen.
Daarnaast zijn er bendes actief die mensen gijzelen om losgeld te eisen. Hierbij kunnen naar verluidt bedragen wel oplopen tot 5 miljoen dollar.
De 10 Fransen kwamen om nadat ze in een hinderlaag van de Taliban terechtkwamen. Ze verkenden een onbekende weg naar een basis. De voertuigen kwamen vast te zitten, en er ging een voetpatrouille verder die plotseling onder vuur werd genomen.
Over de precieze omstandigheden bestaan verschillende verhalen. Franse soldaten zeggen dat ze ook onder vuur werden genomen door vriendschappelijke vliegtuigen. Dit wordt echter door de buitenlandse legermachten ontkend.
Er werd gesuggereerd dat de Fransen “overmoedig” waren. Ze hadden juist het commando over het Regionaal Commando Capital van de ISAF van Italië overgenomen en de leiding in een district ten noorden van Kabul.
Franse verslaggevers wisten later contact te leggen met militanten die betrokken waren bij de aanval op de Fransen. De rebellen lieten zich door het blad Paris Match fotograferen met een horloge en zelfs in de kleding van de slachtoffers.
Dit leidde in Frankrijk tot grote ontzetting. Het blad Paris Match werd er zelfs van beschuldigd om propaganda voor de Taliban te maken.
Zie ook
Opschudding in Frankrijk vanwege Taliban met buit van gesneuvelde Fransen
Tien ISAF-soldaten uit Frankrijk gesneuveld in Surobi bij Kabul
De journaliste, die voor het Belgische blad P-magazine reportages vanuit Afghanistan maakte, werd vrijdag in vrijheid gesteld door haar ontvoerders.
Günther van Hassel, de hoofdredacteur van P-magazine, zei in een reactie: “Het gaat goed met haar. Er zijn nog maar weinig dagen zo mooi begonnen als vandaag.”
De Rijcke was al vier weken in het Aziatische land en wilde een reportage maken over de Franse militairen die in augustus in een hinderlaag sneuvelden in het district Surobi bij de hoofdstad Kabul.
Ze was daarvoor met haar tolk op zoek naar de “leider van de bende die in augustus tien Franse militairen doodde in een hinderlaag”, aldus P-magazine.
De verslaggeefster belde zelf het blad om te zeggen dat ze in gijzeling was genomen. P-magazine schakelde daarna de regering van Nederland en België in.
De Rijcke heeft de Nederlandse nationaliteit maar woont en werkt al geruime tijd in België. Volgens het blad werd besloten om het initiatief bij Nederland te leggen vanwege haar nationaliteit.
Het zou niet duidelijk zijn door wie Joanie werd ontvoerd. Volgens de redactie van het blad “is het niet uit te sluiten dat de journaliste ontvoerd is door de groepering die ze wou bezoeken en interviewen”.
Michaël Lescroart, de redactiechef van het blad, heeft de hele tijd alle gesprekken gevoerd.
Na twee dagen was de tolk van de verslaggeefster weg. Hij zou volgens van Hassel zijn vrijgelaten of gevlucht.
De tolk kwam in elk geval boven water in Kabul en het is mogelijk dat hij daar “bruikbare informatie” heeft kunnen doorgeven, aldus van Hassel.
Het blad en de autoriteiten kozen ervoor om de ontvoering geheim te houden. Men wilde voorkomen dat de leiders van de Taliban er lucht van zouden krijgen in Pakistan en haar misschien wilden laten executeren.
De internationale pers in de Afghaanse hoofdstad was van de gijzeling op de hoogte, maar hield de kaken stijf op elkaar om haar veiligheid niet verder in gevaar te brengen.
Na haar vrijlating ging De Rijcke naar een ziekenhuis van de ISAF-veiligheidsmacht voor een medische controle. Daarna vertrok ze naar de Nederlandse ambassade in Kabul. Dit weekeind gaat ze terug naar België.
Het is niet duidelijk of er losgeld is betaald of dat er gevangenen zijn vrijgelaten voor De Rijcke. Ontvoeringen in Afghanistan kunnen worden uitgevoerd door de Taliban, om regeringen onder druk te zetten of om gevangen medestanders los te krijgen.
Daarnaast zijn er bendes actief die mensen gijzelen om losgeld te eisen. Hierbij kunnen naar verluidt bedragen wel oplopen tot 5 miljoen dollar.
De 10 Fransen kwamen om nadat ze in een hinderlaag van de Taliban terechtkwamen. Ze verkenden een onbekende weg naar een basis. De voertuigen kwamen vast te zitten, en er ging een voetpatrouille verder die plotseling onder vuur werd genomen.
Over de precieze omstandigheden bestaan verschillende verhalen. Franse soldaten zeggen dat ze ook onder vuur werden genomen door vriendschappelijke vliegtuigen. Dit wordt echter door de buitenlandse legermachten ontkend.
Er werd gesuggereerd dat de Fransen “overmoedig” waren. Ze hadden juist het commando over het Regionaal Commando Capital van de ISAF van Italië overgenomen en de leiding in een district ten noorden van Kabul.
Franse verslaggevers wisten later contact te leggen met militanten die betrokken waren bij de aanval op de Fransen. De rebellen lieten zich door het blad Paris Match fotograferen met een horloge en zelfs in de kleding van de slachtoffers.
Dit leidde in Frankrijk tot grote ontzetting. Het blad Paris Match werd er zelfs van beschuldigd om propaganda voor de Taliban te maken.
Zie ook
Opschudding in Frankrijk vanwege Taliban met buit van gesneuvelde Fransen
Tien ISAF-soldaten uit Frankrijk gesneuveld in Surobi bij Kabul
zaterdag 5 juli 2008
Ontvoerde Pakistaanse journalisten in Mohmand vrijgelaten door Taliban
Taliban-militanten hebben zaterdag twee Pakistaanse journalisten vrijgelaten die 36 uur lang waren ontvoerd in de gewelddadige Stammenregio in het westen van Pakistan aan de grens met Afghanistan.
De verslaggever Pir Zubair Shah en de fotograaf Akhtar Soomro werden donderdag ontvoerd in het agentschap Mohmand. Een groep stamoudsten heeft over hun vrijlating onderhandeld.
De Taliban verklaarden dat ze werden vrijgelaten nadat bleek dat het om verslaggevers ging en niet om spionnen. Spionnen lopen de kans om publiekelijk te worden geëxecuteerd.
De semi-autonome Stammengebieden in Pakistan zijn nooit onder controle geweest van de Pakistaanse overheid. Voordat de aanslagen van 11 september plaatsvonden op de Verenigde Staten liet de Pakistaanse overheid haar gezicht er zelden zien.
De regio’s hebben hun plaatselijke leiders, die historisch “maliks” worden genoemd, het Arabische woord voor “koning”. De bevolking bestaat voor het merendeel uit etnische Pathanen, de groep waaronder de Taliban traditioneel de meeste aanhangers tellen.
Nu zeggen veiligheidsdiensten dat de Taliban en Al-Qaida er onderkomens hebben en dringen ze er bij de Pakistaanse regering op aan om daar tegen op te treden, want er worden vanuit deze regio aanvallen uitgevoerd door militanten op het grondgebied van Afghanistan.
Pakistaanse journalisten bezoeken regelmatig bijeenkomsten van Taliban-leiders in het gebied en genieten dan bescherming van deze leiders, die ook graag hun verhaal kwijt willen aan de media.
Een Pakistaanse journalist schreef eens: “Toen ik bij een bijeenkomst aanwezig was keek ik steeds naar de lucht of er niet een aanval plaats zou vinden met een vliegtuig of een raket.”
Ook zijn Pakistaanse journalisten regelmatig “embedded” bij de Taliban, en brengen dan verslag uit over de situatie binnen de gelederen van de militante islamitische groepering.
De verslaggever Pir Zubair Shah en de fotograaf Akhtar Soomro werden donderdag ontvoerd in het agentschap Mohmand. Een groep stamoudsten heeft over hun vrijlating onderhandeld.
De Taliban verklaarden dat ze werden vrijgelaten nadat bleek dat het om verslaggevers ging en niet om spionnen. Spionnen lopen de kans om publiekelijk te worden geëxecuteerd.
De semi-autonome Stammengebieden in Pakistan zijn nooit onder controle geweest van de Pakistaanse overheid. Voordat de aanslagen van 11 september plaatsvonden op de Verenigde Staten liet de Pakistaanse overheid haar gezicht er zelden zien.
De regio’s hebben hun plaatselijke leiders, die historisch “maliks” worden genoemd, het Arabische woord voor “koning”. De bevolking bestaat voor het merendeel uit etnische Pathanen, de groep waaronder de Taliban traditioneel de meeste aanhangers tellen.
Nu zeggen veiligheidsdiensten dat de Taliban en Al-Qaida er onderkomens hebben en dringen ze er bij de Pakistaanse regering op aan om daar tegen op te treden, want er worden vanuit deze regio aanvallen uitgevoerd door militanten op het grondgebied van Afghanistan.
Pakistaanse journalisten bezoeken regelmatig bijeenkomsten van Taliban-leiders in het gebied en genieten dan bescherming van deze leiders, die ook graag hun verhaal kwijt willen aan de media.
Een Pakistaanse journalist schreef eens: “Toen ik bij een bijeenkomst aanwezig was keek ik steeds naar de lucht of er niet een aanval plaats zou vinden met een vliegtuig of een raket.”
Ook zijn Pakistaanse journalisten regelmatig “embedded” bij de Taliban, en brengen dan verslag uit over de situatie binnen de gelederen van de militante islamitische groepering.
Labels:
akhtar soomro,
fata,
mohmand,
pakistan,
pir zubair shah
woensdag 18 juni 2008
Australische journalist gewond in Kandahar
Een journalist uit Australië is in de buurt van Kandahar in zijn arm geschoten tijdens een gevecht tussen coalitietroepen en opstandelingen. Dat hebben Australische kranten gemeld.
Australische regeringsfunctionarissen staan in contact met de man en geven hem diplomatieke steun. De 36-jarige verslaggever van NSW werd in Afghanistan aan zijn verwondingen behandeld.
Troepen van het Afghaanse leger en de ISAF zijn in de buurt van Kandahar in gevechten verwikkeld met Taliban die een deel van het district Arghandab in hebben genomen.
De gezamenlijke troepenmacht is tevens bezig met een klopjacht op honderden gevangenen die vrijdag werden bevrijd uit de Sarposa-gevangens bij Kandahar.
Australische regeringsfunctionarissen staan in contact met de man en geven hem diplomatieke steun. De 36-jarige verslaggever van NSW werd in Afghanistan aan zijn verwondingen behandeld.
Troepen van het Afghaanse leger en de ISAF zijn in de buurt van Kandahar in gevechten verwikkeld met Taliban die een deel van het district Arghandab in hebben genomen.
De gezamenlijke troepenmacht is tevens bezig met een klopjacht op honderden gevangenen die vrijdag werden bevrijd uit de Sarposa-gevangens bij Kandahar.
donderdag 12 juni 2008
UNESCO veroordeelt moord op journalist in Afghanistan
Het VN-agentschap dat tot taak heeft om de persvrijheid te beschermen, de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO), heeft donderdag de recente moord op de Afghaanse journalist Rohani veroordeeld.
Abdul Samad Rohani, die voor de Pashtoe nieuwsdienst van de BBC World Service werkzaam was, werd zaterdag ontvoerd en zondag dood teruggevonden in Lashkar Gah, de provinciehoofdstad van Helmand in het zuiden van Afghanistan.
Rohani is volgens de Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) de vierde verslaggever die het afgelopen jaar werd vermoord in het door geweld verscheurde land.
Directeur-generaal Koïchiro Matsuura van de UNESCO zei dat het verbeteren van de veiligheid van journalisten in Afghanistan een prioriteit blijft voor zijn organisatie.
“Het gebruik van geweld om journalisten het zwijgen op te leggen is een onacceptabele vorm van het schenden van het mensenrecht op vrijheid van expressie en het recht van personen om weloverwogen besluiten te nemen over hun leven en toekomst,” aldus Matsuura.
Hij zei verder dat “vrijheid van expressie essentieel is voor het opbouwen van een vruchtbare democratie”.
De uitspraken van Matsuura komen overeen met een verklaring die maandag al werd uitgegeven door de ondersteuningsmissie UNAMA voor Afghanistan van de VN, waarin de dood van Rohani wordt betreurd.
Matsuura heeft ook een brief geschreven aan de BBC waarin hij zijn steun betuigt aan het werk dat de omroep verricht.
De Britse omroep zei eerder dat “onverschrokken verslaggevers onvermoeibaar werken zodat de wereld de wanhopige situatie inziet die de bevolking van Afghanistan in ogenschouw heeft”.
Abdul Samad Rohani, die voor de Pashtoe nieuwsdienst van de BBC World Service werkzaam was, werd zaterdag ontvoerd en zondag dood teruggevonden in Lashkar Gah, de provinciehoofdstad van Helmand in het zuiden van Afghanistan.
Rohani is volgens de Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) de vierde verslaggever die het afgelopen jaar werd vermoord in het door geweld verscheurde land.
Directeur-generaal Koïchiro Matsuura van de UNESCO zei dat het verbeteren van de veiligheid van journalisten in Afghanistan een prioriteit blijft voor zijn organisatie.
“Het gebruik van geweld om journalisten het zwijgen op te leggen is een onacceptabele vorm van het schenden van het mensenrecht op vrijheid van expressie en het recht van personen om weloverwogen besluiten te nemen over hun leven en toekomst,” aldus Matsuura.
Hij zei verder dat “vrijheid van expressie essentieel is voor het opbouwen van een vruchtbare democratie”.
De uitspraken van Matsuura komen overeen met een verklaring die maandag al werd uitgegeven door de ondersteuningsmissie UNAMA voor Afghanistan van de VN, waarin de dood van Rohani wordt betreurd.
Matsuura heeft ook een brief geschreven aan de BBC waarin hij zijn steun betuigt aan het werk dat de omroep verricht.
De Britse omroep zei eerder dat “onverschrokken verslaggevers onvermoeibaar werken zodat de wereld de wanhopige situatie inziet die de bevolking van Afghanistan in ogenschouw heeft”.
maandag 9 juni 2008
Aanvallen op journalisten “onvergeeflijk”
De Verenigde Naties vinden dat aanvallen op journalisten “onvergeeflijk” zijn. Dat heeft de United Nations Assistance Mission in Afghanistan (UNAMA) in een verklaring gezegd na de moord op de Afghaanse verslaggever Abdul Samad Rohani.
Nazifullah Salarzai van de UNAMA-missie uitte zijn bedroefdheid over de moord op Rohani die werkte voor de BBC in Helmand in het zuiden van Afghanistan.
Rohani werkte voor de afdeling in het Pashtoe van de BBC World Service. Hij werd zaterdag ontvoerd en zondag dood teruggevonden in de provinciehoofdstad Lashkar Gah van de zuidelijke provincie.
Rohani werd maandag begraven in het district Marja in de provincie Helmand waar hij vandaan kwam.
Bij de begrafenis waren enkele honderden mensen aanwezig, waaronder de gouverneur van de provincie.
De BBC zei in een verklaring onder meer: “These brave reporters work tirelessly away from their families so that the world may come to understand the desperate situation faced by the people of Afghanistan.”
Somalië
De Verenigde Naties hebben ook geschokt gereageerd op de moord op Nasteh Dahir Farah die op 7 juni werd doodgeschoten in Kismayo in Somalië. Hij werkte voor de BBC en de Associated Press.
Farah was tevens plaatsvervangend voorzitter van de Nationale Vakbond van Journalisten Somalië.
Volgens het Comité voor de Bescherming van Journalisten (CPJ) is Somalië momenteel na Irak het tweede gevaarlijkste land voor journalisten.
De dood van Farah brengt het aantal reporters dat is gedood in het Afrikaanse land in 2007-2008 nu op 9.
Nazifullah Salarzai van de UNAMA-missie uitte zijn bedroefdheid over de moord op Rohani die werkte voor de BBC in Helmand in het zuiden van Afghanistan.
Rohani werkte voor de afdeling in het Pashtoe van de BBC World Service. Hij werd zaterdag ontvoerd en zondag dood teruggevonden in de provinciehoofdstad Lashkar Gah van de zuidelijke provincie.
Rohani werd maandag begraven in het district Marja in de provincie Helmand waar hij vandaan kwam.
Bij de begrafenis waren enkele honderden mensen aanwezig, waaronder de gouverneur van de provincie.
De BBC zei in een verklaring onder meer: “These brave reporters work tirelessly away from their families so that the world may come to understand the desperate situation faced by the people of Afghanistan.”
Somalië
De Verenigde Naties hebben ook geschokt gereageerd op de moord op Nasteh Dahir Farah die op 7 juni werd doodgeschoten in Kismayo in Somalië. Hij werkte voor de BBC en de Associated Press.
Farah was tevens plaatsvervangend voorzitter van de Nationale Vakbond van Journalisten Somalië.
Volgens het Comité voor de Bescherming van Journalisten (CPJ) is Somalië momenteel na Irak het tweede gevaarlijkste land voor journalisten.
De dood van Farah brengt het aantal reporters dat is gedood in het Afrikaanse land in 2007-2008 nu op 9.
zondag 8 juni 2008
Ontvoerde journalist van de BBC vermoord in Zuid-Afghanistan
De Afghaanse journalist Abdul Samad Rohani die voor de World Service van de BBC werkte is zondag dood aangetroffen op een kerkhof met een kogelwond aan zijn hoofd. Dat hebben de BBC en Afghaanse functionarissen gezegd.
Rohani was voor de BBC World Service in de Pashtoe taal werkzaam in de provincie Helmand. Hij raakte zaterdag vermist in de hoofdstad Lashkar Gah van de zuidelijke provincie Helmand.
Jon Williams, de nieuwsredacteur van BBC World News, noemde de dood van de journalist een “verschrikkelijk verlies”.
Williams zei “dat de moed en toewijding van Rohani een sleutelrol speelden in de BBC verslaggeving over Afghanistan in de afgelopen jaren. Zijn dapperheid, en die van zijn collega’s, hebben ons de mogelijkheid gegeven om sleutelverhalen voor een publiek in Groot-Brittannië, Afghanistan, en de hele wereld te vertellen”.
De politiecommandant van Helmand vertelde dat zijn korps de dood van Rohani onderzoekt.
Collega’s van Rohani zeiden dat hij twee vrouwen en een dochter achterlaat.
Enkele tientallen verslaggevers kwamen zondagavond bij elkaar in de zuidelijke stad Kandahar om de moord op Rohani te veroordelen en de arrestatie te vragen van de daders.
Het Afghaanse ministerie van Communicatie zei in een verklaring de “brute moord scherp te veroordelen”.
De verslaggever werd uit zijn huis gehaald en vermoord omdat hij een journalist is, aldus de verklaring. “In Afghanistan zijn terroristen, smokkelaars en de vijanden van de wet een grote bedreiging voor journalisten,” aldus het ministerie.
Volgens het persbureau Canadian Press lopen journalisten in Afghanistan gevaar van de Taliban en van plaatselijke heersers die niet negatief in het nieuws willen komen.
Vorig jaar jaar zijn er zeker vier journalisten omgekomen in Afghanistan.
Qari Yousef Ahmadi, de woordvoerder van de Taliban, zei dat zijn beweging niet achter de moord op Rohani zat en dat de Taliban geen problemen hadden met zijn verslaggeving en dat hij zijn dood betreurde.
De Verenigde Naties hebben de Afghaanse autoriteiten opgeroepen om alles in het werk te stellen om de moordenaars van Rohani op te sporen.
Aleem Siddique, woordvoerder van de UNAMA-missie, zei: “Afghaanse journalisten riskeren hun leven om het verhaal te vertellen van gewone Afghaanse mensen dat het uiterst betreurenswaardig is dat zulke onbaatzuchtige mensen doelwit zijn vanwege het werk dat ze doen."
In Afghanistan is het erg moeilijk om onafhankelijk informatie te verzamelen. Burgers, militairen en regeringsfunctionarissen vertellen regelmatig verschillende verhalen over gebeurtenissen.
Rohani was voor de BBC World Service in de Pashtoe taal werkzaam in de provincie Helmand. Hij raakte zaterdag vermist in de hoofdstad Lashkar Gah van de zuidelijke provincie Helmand.
Jon Williams, de nieuwsredacteur van BBC World News, noemde de dood van de journalist een “verschrikkelijk verlies”.
Williams zei “dat de moed en toewijding van Rohani een sleutelrol speelden in de BBC verslaggeving over Afghanistan in de afgelopen jaren. Zijn dapperheid, en die van zijn collega’s, hebben ons de mogelijkheid gegeven om sleutelverhalen voor een publiek in Groot-Brittannië, Afghanistan, en de hele wereld te vertellen”.
De politiecommandant van Helmand vertelde dat zijn korps de dood van Rohani onderzoekt.
Collega’s van Rohani zeiden dat hij twee vrouwen en een dochter achterlaat.
Enkele tientallen verslaggevers kwamen zondagavond bij elkaar in de zuidelijke stad Kandahar om de moord op Rohani te veroordelen en de arrestatie te vragen van de daders.
Het Afghaanse ministerie van Communicatie zei in een verklaring de “brute moord scherp te veroordelen”.
De verslaggever werd uit zijn huis gehaald en vermoord omdat hij een journalist is, aldus de verklaring. “In Afghanistan zijn terroristen, smokkelaars en de vijanden van de wet een grote bedreiging voor journalisten,” aldus het ministerie.
Volgens het persbureau Canadian Press lopen journalisten in Afghanistan gevaar van de Taliban en van plaatselijke heersers die niet negatief in het nieuws willen komen.
Vorig jaar jaar zijn er zeker vier journalisten omgekomen in Afghanistan.
Qari Yousef Ahmadi, de woordvoerder van de Taliban, zei dat zijn beweging niet achter de moord op Rohani zat en dat de Taliban geen problemen hadden met zijn verslaggeving en dat hij zijn dood betreurde.
De Verenigde Naties hebben de Afghaanse autoriteiten opgeroepen om alles in het werk te stellen om de moordenaars van Rohani op te sporen.
Aleem Siddique, woordvoerder van de UNAMA-missie, zei: “Afghaanse journalisten riskeren hun leven om het verhaal te vertellen van gewone Afghaanse mensen dat het uiterst betreurenswaardig is dat zulke onbaatzuchtige mensen doelwit zijn vanwege het werk dat ze doen."
In Afghanistan is het erg moeilijk om onafhankelijk informatie te verzamelen. Burgers, militairen en regeringsfunctionarissen vertellen regelmatig verschillende verhalen over gebeurtenissen.
vrijdag 23 mei 2008
Pakistaanse journalist vermoord in grensgebied met Afghanistan
Onbekende mannen hebben in Bajaur in Pakistan de Pakistaanse journalist Muhammad Ibrahim (44) doodgeschoten nadat hij een gesprek had gevoerd met Maulvi Omar, de woordvoerder van de Pakistaanse tak van de Taliban.
Journalist Muhammad Ibrahim Khan vermoord
Journalist Muhammad Ibrahim Khan vermoord
zaterdag 26 januari 2008
Verenigde Naties vragen doodstraf Kambakhsh te heroverwegen
De Hulpmissie van de Verenigde Naties in Afghanistan (UNAMA) heeft donderdag de Afghaanse autoriteiten gevraagd om het doodvonnis tegen de journalist Sayed Parwez Kambakhsh te herzien. Kambakhsh werd dinsdag ter dood veroordeeld wegens godslastering.
Doodstraf geëist tegen de journalist Kambakhsh
Doodstraf geëist tegen de journalist Kambakhsh
woensdag 16 januari 2008
Noorse journalist gedood bij bomaanslag Serena in Kabul
Carsten Thomassen, een verslaggever uit Noorwegen van de Noorse krant Dagbladet is aan zijn verwondingen bezweken die hij maandag bij een aanval op het Serena Hotel in de Afghaanse hoofdstad Kabul opliep. Dat heeft de krant maandagavond bekendgemaakt.
Journalist uit Noorwegen gedood
Journalist uit Noorwegen gedood
Labels:
afghanistan,
carsten thomassen,
dagbladet,
jens stoltenberg,
kabul,
noorwegen,
serena hotel
donderdag 10 januari 2008
De Hoop Scheffer weer gefrustreerd
NAVO–leider De Hoop Scheffer vindt dat media te weinig berichten over de vele verbeteringen in Afghanistan. Hierover is hij gefrustreerd. Eerder toonde hij zich gefrustreerd omdat landen geen grotere bijdrage leveren aan zijn ISAF-veiligheidsmacht.
De Hoop Scheffer gefrustreerd over media
De Hoop Scheffer gefrustreerd over media
Abonneren op:
Posts (Atom)